Deliverables

Deliverable 1

De Grote zand woestijn de Kalahari woestijn en de Sahara.

Deliverable 2

De Grote zand woestijn is heel erg droog in tegenstelling tot de Kalahari woestijn en de Sahara. In de Sahara valt er gemiddeld 182,5 mm neerslag per jaar en in de Kalahari valt er 219 mm neerslag per jaar. In de Grote zandwoestijn valt er enkel 12,46 De Sahara is tegenstelling tot de Kalahari woestijn veel groter. We kunnen daar dus meer planten laten groeien. Zo kunnen we meer planten telen als gevolg van meer groenten voor mensen.

Deliverable 3

Hitte gaat een groot gevaar vormen als we planten willen telen in de woestijn. Dat komt omdat bladeren van planten door hitte vocht afgeven. Dat zorgt ervoor dat de plantjes uiteindelijk zullen uitdrogen. Als ze uitdrogen dan gaan ze dood. Als ze dood gaan kunnen ze geen plantjes meer maken waar groenten aan groeien.

Deliverable 4

Ons idee

Ons idee zijn schuinen vlakken om de planten met de hoge kant aan de andere kant van de plant, zodat het water naar beneden glijdt en in de bak terecht komt om zo droging te voorkomen. Verder zit er in de grond waar de planten in zitten paddenstoelen compost. Uit ons onderzoek blijkt dat paddenstoelencompost een positive invloed op de groei van planten.

• Het helpt de bodem met structuur.
• Er zitten micro organisme in die de bodem laten leven.
• Het bevat voedingsstoffen voor de plant.Ook voegen we klei toe aan het zand. Klei houd water vast, zodat het niet uitdroogt in de droge woestijn.Ook graven we op een aparteEffectievere manier een kuil waar de planten in zitten.

Alles wordt uitgevoerd in kassen met een open dak, zodat er nog wel water in terechtkomt. De muren van de kas zijn 7 meter hoog en het heeft een oppervlakte van 100 m2

Deliverable 5

Onderzoeksplan

Door ons idee is er meer werk Noord-Afrika. De bak suikerwater moet worden bijgevuld met gist om de productie van CO2 de laten lopen. Ook moeten de planten worden geplukt etc.

Het testen van ons idee gaat als volgt.

We vullen een bakje van een formaat van 15 cm bij 15cm bij 10 cm met suikerwater en gist erin in een gesloten ruimte, zodat het CO2 niet ontsnapt. In dezelfde ruimte laten we 20 tomatenpitjes groeien. We laten ze een maand staan. Ondertussen doen we een controleproef met weer 20 20 tomatenpitjes maar dan in een huis. Na een maand bekijken we welke planten het grootst zijn en al mini tomaten hebben aan hun plant.